ATEA 125 jaar- feedback

Hubert Vanooteghem (9/6/2017)

Ik heb jouw nieuwe boek doorgelezen; tot hoofdstuk 6 al grondig, daarna vluchtiger. Ik herkende in dat tweede deel wel heel wat zaken waarover je al via mail hebt gecommuniceerd. Proficiat met het vele speurwerk en de interessante verhalen en anekdotes.

Ik heb zeer geïnteresseerd gelezen over Bob Gomperts die voor mij altijd een beetje een geheimzinnige figuur is geweest.  Ik ken een leuke anekdote over hem in verband met de Brusselse metro.  Ik herinner mij nog goed zijn doodsprentje of bericht waarop een eigenaardige Engelse (van Lord Byron?) spreuk stond.  Ik had het bewaard bij de documentatie van vehoka maar die is spijtig genoeg in een container beland.
Bob had ook een groot "professor Zonnebloem" gehalte. Een wat wereldvreemde figuur, die in zijn contacten met "normale" mensen wat zonderling overkwam. Daarvan zijn er een aantal anekdotes bekend, maar uit respect voor deze man heb ik ze niet gepubliceerd.

- bij figuur 30 wordt gesproken over een telegraaf kabien die op het dek van de Volturno stond.  Ik weet niet of iedereen die historie kent.  Het schip is vergaan in oktober 1913 dus enkele dagen voorafgaand aan het krantenartikel.  Je vindt de historie op internet.
Dit verhaal kende ik niet, zie https://en.wikipedia.org/wiki/SS_Volturno_(1906)

op pagina 41 staat "ongeveer 550 arbeiders en arbeidsters zijn daar mee bezig".  Uit de zinsconstructie slaat daar mee op de recuperatie van de opgevorderde machines.  is dit wel zo of waren er toen zoveel werknemers in het totale bedrijf.
Dit is een vertaling van een Franstalig krantenartikel, en kon misschien wat duidelijker. Ik had misschien beter geschreven dat dank zij de recuperatie van zovele opgevorderde machines ongeveer 550 arbeiders en arbeidsters aan de slag konden. Of dat het volledig personeelsbestand was, weet ik niet echt.

André De Vleeshouwer (28/05/2017):

- Over Bob Gomperts en de Micro-Phone.  Het was eigenlijk in 1979.  Zoals gewoonlijk was Bob weer eens op reis geweest en had in de USA David Horton ontmoet.  Die was sinds kort verantwoordelijk geworden voor General Telephone of Hawai, maar was tevoren projectleider voor de VueTran, een kredietkaarttelefoon, bij Northern Telecom.  Northern Telecom besloot echter om die telefoon niet te commercialiseren.  David Horton liet het idee niet vallen, en gelastte een technieker van GT of Hawai om een prototype te bouwen.  Daarmee contacteerde hij enerzijds VISA en anderzijds de pas opgerichte divisie Data (X25) van GTE.  Data was immers heel recent een vrije markt geworden in USA.  Bob kwam die mensen "toevallig" tegen op een van zijn reizen.

Terug in België stapte hij naar RTT, vooral naar N. Roberty, verantwoordelijke voor toestellen, die direct laaiend enthousiast was, omdat hij dit wilde invoeren bij RTT voor Bancontact-transacties, met het toestel op huurbasis: dubbele inkomsten dus voor RTT.

In september 1979 was er de 3-jaarlijkse Telecom-beurs in Genève en Gomperts organiseerde een contact tussen Roberty en Horton.  En daar is alles begonnen.  De rest is bekend: ik was einde november 1979 in San Francisco bij VISA om een aantal zaken verder af te spreken, en kwam terug met materiaal om dat prototype in 5-voud op te bouwen.

- Over de jeugd van Bob.  Bob was kind aan huis bij Willem Elsschot en speelde veel met zijn kinderen.  Als ik het goed begrepen heb, kreeg hij ook les van Pol de Mondt.  Dat zou dus moeten geweest zijn aan het Atheneum in Antwerpen.  Dat zijn dingen die Bob mij eens verteld heeft.

- Op blz 77 en GPO.  Je schrijft dat dit betekent General Post Office.  Heb je daarover gegevens ?  Mike Taylor vertelde mij altijd dat GPO stond voor Great Britain Post Office.  Mij lijkt dit logischer.  Ik geef het je maar mee.

André De Vleeshouwer:

Ik mis verschillende expats?

Antwoord: Ik heb geprobeerd mensen te bereiken waarvan ik weet dat ze nog in leven zijn of zouden kunnen zijn. IK had misschien ook het verhaal moeten vertellen naar de zoektocht naar sommige mensen:

Wie ik wel heb kunnen vinden is Tony McPherson, Tony mailde me dat hij de "volgende maand" mijn vragenlijst zou invullen, maar ook na een herinnering is dat niet gebeurd.

Ik heb ook heel wat energie gestoken in het terugvinden van een aantal Amerikanen, en misschien had ik dat moeten mee opnemen in het boek:

Jim Hill heb ik teruggevonden in Brasschaat. Hij verkoos echter niet mee te werken aan de enquete, maar heeft wel mijn Engelse teksten nagezien.

Chuck Early: heeft eerst in Belgie gewoond, en was getrouwd met  zijn secretaresse Lily. Daarmee zou Viviane close zijn geweest. Viviane opgebeld, maar ze had geen contact meer. Uiteindelijk konden we hem localiseren ergens in de states via linkedin. https://us.linkedin.com/in/charles-early-609a417 .  Hij zou in Raleigh-Durham, North Carolina wonen Geprobeerd via linkedin contact te leggen, maar dat lukte niet . Steve Wilson vond sporen van verblijf, maar tot 2014. IS hij wellicht nadien naar een woon en zorgcentrum verhuisd? Hij moet hoogbejaard zijn. Terug naar af. Ook Lily vonden we niet.

Don Kennedy: Dat is in de US een onmogelijke naam om te zoeken, zoiets als Jan Janssens op Piet Peeters in België.

Fletch Haselton:Woonde een tijd in Belgie, is terug naar de states vertrokken, heeft een tijd bij GTE Labs gewerkt, en ik heb sporen gevonden  van verblijf in die buurt. hij was toen met burst switching bezig. Ik heb zijn naam ook gevonden in een patentaanvraag einde jaren 1980.

Uiteindelijk vonden we het adres en telefoonnummer van een 93 jarige Fletch Haselton ergens aan de Oostkust. Karel , die hem persoonlijk kende heeft hem opgebeld, en kwam bij een dame terecht die compleet geen Fletch Haselton kende. Terug naar af.

Met mijn pet van genealoog heb ik ook gezocht in de "Social Security Death Index", waar je namen vindt van mensen die overleden zijn in de USA, maar minstens 3 jaar geleden. Noch Chuck Early, noch Fletch Haselton teruggevonden. Ze zijn dus ofwel nog in leven, maar hoogbejaard, ofwel zijn ze de laatste 3 Jaar overleden.

Louis De Raedt (4/6/2017)

p. 158: over Pierre Thys die ik ook zeer goed heb gekend.
Alex beschrijft zeer juist de toestand in de oorlog toen sommige Ateanen naar Duitsland moesten gaan werken en Pierre, toen 17 jaar, hiervan het slachtoffer was.
Na de oorlog was hij zo gebeten op de Duitsers dat hij geen voet meer in Duitsland wou zetten en nog alleen naar Blankenberge met vakantie ging.
In de zestiger jaren woonde Pierre op het Frans van Hombeeckplein in Berchem, dat weet ik zeker. Als ergens bij een directeur een TV-toestel defect
was moest Pierre dat gaan herstellen.
Pierre heeft inderdaad heel veel wijsheid inzake akoestiek en telefonie opgestoken van de oude Lebrun. Het testen van "capsules" (microfoon en telefoon in de hoorn) was daarbij de hoofdbrok. Daarvoor werd zelfs een zg. akoestische kamer geïnstalleerd wat toch een grote investering was toen plus dure meetinstrumenten (Brüel & Kjaer – Rohde & Schwarz).

2. Stehlik p. 132: heb ik zeer goed en persoonlijk gekend. Toen ik "verkeersberekeningen" maakte  voor EAX nodigde hij mij ontelbare keren uit in zijn bureel om over de resultaten van "matrix- configuraties" te overleggen. Dat was nà de terugkeer van Luc Bruglemans en Miel Sellenslagh uit Northlake en Stehlik was toen dus al – ik schat – 62 à 64 jaar en had inderdaad een tamelijk vaderlijk uiterlijk. Hij was in mijn ogen een zeer bezadigd man die veel had meegemaakt en zich niet vlug opwond. Ik had er veel respect voor, geen schrik! Dat hij even als "verrader" werd bestempeld door de FBI bewijst dat die dienst, toen al, niet veel soeps was en is.

3. Bob Gomperts p. 140: heb ik ook persoonlijk zeer goed gekend. Ik zie hem nog op ATEA komen in 1960. Het was zeker niet de bedoeling dat hij Joe Janssens zou opvolgen zoals in "ATEA 125 jaar" wordt gesuggereerd. Ten andere, Joe Janssens werd eerst in 1968 door Fernand De Clerck opgevolgd.
(Noot van Jan: dat werd mij verteld door Rik Castelyns, en kan ik niet meer "doublechecken". Misschien heeft men in de jaren 1960 gezien dat er beter een ander directeur generaal zou worden?).

Bob Gomperts was inderdaad een merkwaardig man. Ik werkte toen voor Paul Hanotte, die na een stage van één jaar in Milaan en één jaar in Northlake op ATEA als opdracht kreeg om "elektronica" te introduceren in de elektromechanische systemen. Hanotte was burg. ir. van Mons en sprak aanvankelijk alleen Frans. Ik was zijn eerste medewerker. Hanotte had zich geabonneerd op de "Proceedings of the IRE" (Institute of Radio Engineers) en andere publicaties. Die tijdschriften staken in kasten in ons gemeenschappelijk kantoor. Op een of andere manier had Gomperts dit vernomen en kwam – in afwezigheid van Hanotte – zonder boe of ba in die kasten "snollen" en nam verscheidene tijdschriften mee, dus zonder vragen…

Ik zat eens met een wiskundig probleem en had vernomen dat Bob graag met wiskunde bezig was. Dus ik naar Bob om uitleg te vragen. Hij stond op punt om naar Brussel te vertrekken maar liet onmiddellijk alles vallen om zich op mijn vraagstuk te werpen. Hij kwam ongetwijfeld te laat op zijn afspraak. Van Rik Castelijns is de "mop" dat, toen een bepaald systeem niet aan de vereiste om op een bepaald aantal seconden te werken voldeed, Gomperts een chronometer nam, er wat
aan prutste zodat die trager liep en voilà, het systeem voldeed!

Ik zat ook eens in een Fokker met Gomperts van Amsterdam naar Deurne en het was stormachtig weer, maar Bob die de oorlog had meegemaakt was van geen klein gerucht vervaard. Enfin, een kleurrijke figuur die verder goed is beschreven in "ATEA 125 jaar"!

Willy Rummens (12/6/2017)

Nu we het toch over Bob Gomperts hebben...
Ik liep hem, zeker 20 jaar geleden, eens tegen het lijf (zoals men dat zegt), op de groentenmarkt in Berchem. Ik vermoed dat hij daar ergens woonde. Hij was toen al een hele tijd weg van Atea. Hij was zwaar bepakt, een volle netzak met groenten aan iedere hand, het loof van de wortels, de prei en selder overvloedig uitpuilend. Dus onmogelijk om een hand te geven. Het ging zo: "Dag mijnheer Gomperts!"...."Ha, dag mijnheer Rummens". (Wij tutoyeerden mekaar niet). Na de gebruikelijke uitwisseling van "Hoe gaat het met u", zei hij: "Ik ga nu een goed groentesoepje maken!".
Achter het uiterlijk van de professor schuilde een gewone man...
Willy.

Terug naar vrienden van het Ateamuseum.


laatst gewijzigd op 14/06/17 door Jan Verhelst