INTERVIEW. Regisseur Franco
Dragone zocht inspiratie voor ,,Quidam'' thuis in La Louvière
Terug naar de wieg van
het surrealisme
Van een
medewerkster
Ilse Dewever
02/04/2001; De standaard
 |
© rr |
LA LOUVIERE -- ,,Theater was nooit uit mijn leven weg te cijferen.
Circus? Ho maar, dat was een gelukkig toeval.'' Triomf na triomf
stapelde de arbeiderszoon uit La Louvière op als regisseur van het
Canadese wondercircus Cirque du Soleil, tot hij de laatste jaren steeds
vaker rust zocht in eigen land. En toch laat Franco Dragone deze dagen
meer van zich horen dan ooit. Niet enkel met het op de surrealisten geïnspireerde
Quidam, ook met zijn plannen om in zijn geboortestreek een nieuw
Cinecitta uit de grond te stampen.
,,Est-ce que je peux parler á
monsieur Dragone. C'est pour une emploi á une de ses entreprises.''
Sinds Dragones plannen uitlekten om in zijn geboortestreek een grote
productiemaatschappij in te planten, krijgen ze dagelijks meer dan één
sollicitant over de vloer aan de Rue de Belle-Vue in La Louvière. De
stad met de torenhoge werkloosheidsgraad en een vervallen industrieel
patrimonium is voor de nietsvermoedende treinreiziger niet meer dan een
stopplaats op weg naar carnavalstad Binche. ,,Je zal het zien'',
voorspelt Dragone in de voorlopige kantoren van Créations du Dragon.
,,Zodra mijn spektakelfabriek op volle toeren draait, raast er
doorheen Europa een intercity-trein met als eindbestemming La Louvière.''
- Na je jeugdjaren in La Louvière, nam je de wijk naar Brussel.
Hoe komt een Waals student politieke wetenschappen bij een Canadees
circus terecht? Nog voor mijn studies politieke wetenschappen in
het midden van de jaren zeventig was ik al bezeten van theater. Bij
Théâtre du Campus aan de ULB werd het pas echt menens: we gingen
de politieke toer op, wilden naar het voorbeeld van de
Internationale Nieuwe Scène muren slopen om dichter bij de gewone
man te staan. Al waren we dan te jong voor mei '68, we zijn fluks op
de kar gesprongen van het geëngageerde theater. Het duurde niet
lang of we ontmoetten een gezelschap, even sociaal-bewogen als wij,
uit Quebec.
Bij een tegenbezoek in Canada trok ik op met lui uit Montréal die
zich toelegden op circus, een voor mij onbekende wereld. Van Cirque
du Soleil was toen nog geen sprake. In 1985 vroeg en kreeg leider
Guy Laliberté, tot dan een gewone vuurspuwer, één miljoen dollar
van de toenmalige eerste minister van Quebec om er een circus mee op
te richten, en zie, Cirque du Soleil was een feit.
Waarom ik zonder circusroots dan toch in Canada bleef? De mensen
daar deelden mijn sociale gedrevenheid, een jaar later al werd ik
door Cirque geëngageerd als comédien. We hadden de tijd
mee, in het midden van de jaren zeventig sloeg de verontwaardiging
van '68 over op de brede bevolking. Het institutionele theater van
de schouwburgen heb ik mettertijd de rug toegekeerd, het sociale
theater nooit.
- Van een kleine kern met acrobaten en clowns groeide Cirque du
Soleil uit tot een multinational met ruim tweeduizend werknemers.
Gaat de spirit van de begindagen daar niet onder lijden? Dat
oorspronkelijk engagement blijft de basis, ook in een onderneming
die wereldwijd bijna 3.000 werknemers telt. Cirque du Soleil heeft
een strakke organisatie, maar blijft toch transparant. Ervaringen
delen en vertrouwen hebben in elkaar wordt steeds belangrijker. We
zijn niet te beroerd om onze knowhow te delen met anderen, aan de
wieg van Cirque waren we zelf een stel jonge snaken.
Ik deel de kritiek niet dat we een ordinaire spektakelfabriek
geworden zijn. Spektakel, ja, maar dan wel van het hoogste niveau.
En een fabriek? Misschien (cynisch), al berusten weinig
ondernemingen op creativiteit en vertrouwen. Precies dankzij onze
internationale successen kunnen zoveel meer mensen hun creativiteit
uiten.
- Je hebt de naam het brein achter Cirque du Soleil te zijn. Hoe
ver reikt jouw functie als regisseur? Mijn opdracht is
eenvoudig: ,,Franco, bedenk ons een fijn spektakel'', vraagt
men mij. ,,Zorg dat het gedragen wordt door een knap verhaal, en
dat er elementen uit theater en circus in verweven zitten.'' Dan
begin ik te broeden op een thema, ga ermee te rade bij de
decorbouwer, de kleedster, de man van het licht, de choreograaf, de
componist, bij zowat iedereen die zo'n voorstelling mee op poten
zet. Beetje bij beetje wordt dan vanuit intuïtie een idee geboren
dat vorm krijgt in beelden en woorden. Noem mij de kapitein van het
schip dat de lading veilig de haven van de première binnenloodst.
- Na jaren Canada ben je steeds vaker terug in België. Heimwee?
Canada was een ervaring apart, dat zeker, maar de liefde voor België
bleef. Hier wonen de mensen die mij sinds mijn zevende gevormd
hebben, de mensen waar ik van hou. Mijn ouders gingen jaren geleden
voor hun kinderen weg uit Italië, wel, ik keer terug naar mijn
roots. Nochtans word ik alle dagen opnieuw getroffen door de
toestand hier: de grauwheid, de gesloten fabrieken, de tristesse. In
mijn gedachten regent het hier altijd. Ironisch genoeg is dat nog
waar ook.
- Wat zoek je hier dan? Hier valt niets te rapen, behalve dan
de levensvreugde van de mensen. Alsof ze ter compensatie van al die
grauwheid de zon in hun hart sloten, bruisende pleinen en grandioze
feesten laten voorbijtrekken in hun hoofd. Precies daarom staat hier
ook de wieg van het surrealisme, van jazzmusici en schilders zoals
Delvaux en Magritte.
- Je hebt grootse plannen voor La Louvière. Je wil er in
samenwerking met lokale bedrijven en met Cirque du Soleil je eigen
productiemaatschappij onderbrengen, een project van minstens een
half miljard frank met honderden banen. Deze streek hééft het.
Karkassen van fabrieken herinneren aan de gouden jaren van de
industriële revolutie. Omdat ik de streek van mijn jeugd wil
opwaarderen, heb ik besloten de fabriek en al naar hier te
verhuizen. Willen ze Dragone zien, dat ze dan naar La Louvière
komen (strijdvaardig) . Zelf heb ik de wereld rondgereisd
voor mijn projecten, wel, ik kijk ernaar uit om met al die
wereldburgers een pint te gaan drinken in het café op de hoek. Het
mag dan poëtisch klinken om in dit hol van Pluto iemand op de
koffie te vragen, gek is het niet. La Louvière ligt in het hart van
Europa, op enkele uren van Parijs, Londen of Amsterdam. Waarom zou
het dan utopisch zijn een wereldonderneming op te zetten in deze
streek?
Je noemt Quidam je meest persoonlijke voorstelling,
gedrenkt in vaderlandse cultuur. Waarom? Bij de voorbereiding van Quidam
in het midden van de jaren negentig hadden we met Cirque du Soleil
het hoogtepunt van ons succes bereikt. Zonder er bij stil te staan
hadden we van de felle kleuren, engeltjes en feeën ons handelsmerk
gemaakt. Om te bewijzen dat we meer zijn dan een pretmachine had ik
voor Quidam een soberder thema voor ogen met alledaagse
aspecten. Zo kwam ik bij de fundamentele levensvragen die men zich
stelt aan de vooravond van een nieuw millennium. Wat gaat er om in
het hoofd van een tienermeisje? Die mix van ernst en verlangen maakt
Quidam voor ons zo herkenbaar, zo eigen aan ,la petite
Belgique'.
In het decor liggen de verwijzingen naar Magritte voor het rapen,
maar ook Delvaux is uit de voorstelling niet weg te branden. Al
wemelt het dan op diens doeken van de personages, bij Delvaux blijf
je zitten met een gevoel van eenzaamheid. De personages kijken langs
elkaar heen. Wel, dat is Quidam. Let ook op het clownstrio
Les Macloma. Zij vertegenwoordigen de bevrijdende lach, de basis van
elk circusspektakel. Tegelijkertijd blijft Quidam dus een
statement voor Cirque du Soleil: ondanks ons hightech-imago
verloochenen we onze wortels, de commedia dell'arte en het
straattheater, niet.
- Quidam . Cirque du Soleil. Van 5 april tot 20 mei, Gedempte
Zuiderdokken, Antwerpen. Info en tickets op 03-259.54.00 of
0900-00.991.
©opyright De Standaard
|
 |